Gewest stelt grenzen vast voor representatiekosten burgemeesters en schepenen

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering een maximumbedrag vastgelegd voor de representatiekosten van burgemeesters en schepenen. Een woordje uitleg.

We herinneren ons allemaal de gekozen vertegenwoordigster die sigaretten, pyjama's en zelfs ondergoed kocht op kosten van de belastingbetaler.Sindsdien heeft de gemeente een lijst opgesteld waarbij de onkosten beperkt worden tot horeca, representatie en uitgaven voor relatiegeschenken.

Van zijn kant heeft het Brussels Gewest, in het kader van zijn toezicht op de plaatselijke besturen en zoals toegestaan door de Nieuwe Gemeentewet, beslist om maximumbedragen vast te leggen voor representatiekosten en voordelen van welke aard ook voor burgemeesters en schepenen, afhankelijk van de omvang van de gemeente.

Omvang van de gemeenteJaarlijks maximumbedrag burgemeesterJaarlijks maximumbedrag schepen
Tot 29.999 inwoners€ 1.000 € 500 
Van 30.000 tot 49.999 inwoners€ 1.500 € 750 
Van 50.000 tot 99.999 inwoners€ 2.000 € 1.000 
Van 100.000 tot 199.999 inwoners€ 3.000 € 1.500 
200.000 inwoners en meer€ 4.500 € 2.000 

Representatiekosten zijn beroepskosten die strikt inherent zijn aan de behoeften van de functie (kosten om iemand uit te nodigen op restaurant, een geschenk te geven tijdens een officieel bezoek, bloemen aan te bieden bij een evenement of ceremonie, enz.). Voordelen van alle aard bestaan voornamelijk uit materiaal om te kunnen werken of zich te kunnen verplaatsen.

Dit zijn maximumbedragen. Natuurlijk kan de gemeenteraad lagere bedragen vaststellen, maar die mogen in geen geval hoger zijn dan de bedragen die door het Gewest zijn vastgesteld. Gekozen vertegenwoordigers hebben een voorbeeldfunctie. Door het bedrag van de representatiekosten te beperken, wil ik dat ze begrijpen dat het geld van de belastingbetaler geen zakgeld is”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Het recht op bemiddeling, dichter bij de beslissing

Actualiteit
het recht op bemiddeling – Foto van een participatieve vergadering

Groen licht in de plenaire vergadering van het Brussels Parlement voor een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet. Het ontwerp, een initiatief van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, bevat nieuwe bepalingen met betrekking tot burgerparticipatie, namelijk het recht op bemiddeling.

“Burgerparticipatie is een vorm van tweerichtingscommunicatie, via de sensibilisering en de raadpleging van de burgers, die meer betrokken wensen te worden bij politieke beslissingen, in het bijzonder op lokaal niveau. En dat is normaal, aangezien dat het bestuursniveau is dat het dichtst bij de burgers staat en waarmee ze de meeste contacten hebben”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Het recht op bemiddeling: de zoektocht naar een oplossing

Het spreekrecht omvat het petitierecht en het interpellatierecht, maar bevat ook een nieuwe vorm van spreekrecht voor de burger, namelijk het recht op bemiddeling.

De gemeentelijke overheden kunnen immers, wanneer ze geïnterpelleerd worden, beslissen om bemiddeling te organiseren. Zij kan eveneens het initiatief zijn van de burgers, wanneer ze het nodig achten en overleg over een bepaald onderwerp willen plegen met de gemeente.

“Het recht op bemiddeling gaat verder dan enkel vragen stellen aan de gemeentelijke overheden. Het beoogt de zoektocht naar een oplossing, een compromis. En dus hebben de burgers een reële impact op de ontwikkeling van projecten in hun gemeente”, aldus Bernard Clerfayt.

Publicatieplicht

Andere nieuwigheid: de gemeente zal op haar website de ontwerpen van beraadslaging, alsook een samenvatting van de gemeentelijke beslissingen, vóór iedere gemeenteraad moeten publiceren.

Wettelijke basis voor gedifferentieerde onroerende voorheffing

Actualiteit
De Brusselse Regering bereidt een wettelijke basis voor de gedifferentieerde onroerende heffing voor.  Foto: panoramafoto van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De hervorming van de gedifferentieerde onroerende voorheffing, voorgesteld door de Brusselse minister van Financiën, Sven Gatz, en Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, werd in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering. De maatregel zorgt ervoor dat de gemeenten het tarief van de onroerende voorheffing kunnen wijzigen in functie van verschillende criteria: de wijk, de aard van het gebruik van het pand, etc. De bedoeling: de gemeentelijke fiscaliteit moderniseren en vereenvoudigen, alsook de kosten van de voorafnames op de fiscale ontvangsten verminderen.

Over de onroerende voorheffing

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting die de burgers jaarlijks betalen op onroerend goed. Zij wordt ook “de eigenaarsbelasting” genoemd. De basistaks bestemd voor het Gewest vormt evenwel slechts een deel van de onroerende voorheffing.

De gemeenten vermeerderen deze basistaks met opcentiemen, waarvan het tarief varieert per gemeente, maar gelijk is voor haar hele grondgebied. Daaraan kunnen andere taksen worden toegevoegd, zoals de taks op kantooroppervlakten of de taks op commerciële ruimten.

Het principe van de gedifferentieerde onroerende voorheffing?

De gedifferentieerde onroerende voorheffing moet de gemeenten toelaten de opcentiemen op de onroerende voorheffing te wijzingen in functie van de wijken, maar eveneens in functie van het gebruik van het gebouw (privé/professioneel), alsook de hoedanigheid van de belastingbetaler (bewoner/niet-bewoner) of de omvang van het pand.

“Met de invoering van een gedifferentieerde onroerende voorheffing, zoals dat al in enkele Vlaamse gemeenten het geval is, willen we de Brusselse gemeenten aansporen een moderner en efficiënter fiscaal beleid te voeren. Vandaag heffen de meeste gemeenten allerhande belastingen en taksen op onroerend goed. Met gedifferentieerde opcentiemen kunnen andere taksen vlotter geïntegreerd en gemoduleerd worden in de onroerende voorheffing, wat moet zorgen voor een meer transparante lokale vastgoedfiscaliteit”, legt Sven Gatz uit.

De voordelen van de gedifferentieerde onroerende voorheffing?

Deze fiscale maatregel heeft tal van voordelen. Dit unieke instrument dat de gemeente geboden wordt, zal ervoor zorgen dat zij haar onroerende fiscaliteit zo goed mogelijk en zo aangepast mogelijk aan haar noden en uitdagingen kan ontwikkelen. En vooral, de gedifferentieerde onroerende voorheffing opent de deur naar het schrappen van andere gemeentelijke taksen op het vlak van onroerend goed.

“Vereenvoudiging en aanpasbaarheid zijn de kernideeën waarop dit project gebaseerd is. Wij beogen hier de vereenvoudiging van het leven van de burgers dankzij de vermindering van het aantal taksen, en dus meer efficiëntie. De gedifferentieerde onroerende voorheffing is echter ook een kans die de gemeenten kunnen grijpen om dynamieken voor stadsopwaardering van bepaalde wijken aan te vullen”, aldus Bernard Clerfayt.

 

Pour les métas :

--

Img : Le gouvernement bruxellois prépare un cadre légal pour le précompte immobilier différencié - Photo : vue panoramique de la Région de Bruxelles-Capitale.

Beeld: De Brusselse Regering bereidt een wettelijke basis voor de gedifferentieerde onroerende heffing voor.

Foto: panoramafoto van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Desc : Le précompte immobilier différencié permet aux communes de modifier le taux du précompte immobilier selon différents critères.

Beschrijving: De gedifferentieerde onroerende voorheffing laat de gemeenten toe het tarief van de onroerende voorheffing te wijzigen volgens verschillende criteria.

Brussels Gewest legt wettelijke basis voor gedifferentieerde onroerende voorheffing vast

Persbericht

De hervorming van de gedifferentieerde onroerende voorheffing, voorgesteld door de Brusselse minister van Financiën, Sven Gatz, en Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, werd in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering. De maatregel zorgt ervoor dat de gemeenten het tarief van de onroerende voorheffing kunnen wijzigen in functie van verschillende criteria: de wijk, de aard van het gebruik van het pand, etc. De bedoeling: de gemeentelijke fiscaliteit moderniseren en vereenvoudigen, alsook de kosten van de voorafnames op de fiscale ontvangsten verminderen.

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting die de burgers jaarlijks betalen op onroerend goed. Zij wordt ook “de eigenaarsbelasting” genoemd. De basistaks bestemd voor het Gewest vormt evenwel slechts een deel van de onroerende voorheffing.

De gemeenten vermeerderen deze basistaks met opcentiemen, waarvan het tarief varieert per gemeente, maar gelijk is voor haar hele grondgebied. Daaraan kunnen andere taksen worden toegevoegd, zoals de taks op kantooroppervlakten of de taks op commerciële ruimten.

Waarom het beginsel van de gedifferentieerde onroerende voorheffing invoeren? Om de gemeenten toe te laten de opcentiemen op de onroerende voorheffing te wijzingen in functie van de wijken, maar eveneens in functie van het gebruik van het gebouw (privé/professioneel), alsook de hoedanigheid van de belastingbetaler (bewoner/niet-bewoner) of de omvang van het pand.

“Met de invoering van een gedifferentieerde onroerende voorheffing, zoals dat al in enkele Vlaamse gemeenten het geval is, willen we de Brusselse gemeenten aansporen een moderner en efficiënter fiscaal beleid te voeren. Vandaag heffen de meeste gemeenten allerhande belastingen en taksen op onroerend goed. Met gedifferentieerde opcentiemen kunnen andere taksen vlotter geïntegreerd en gemoduleerd worden in de onroerende voorheffing, wat moet zorgen voor een meer transparante lokale vastgoedfiscaliteit”, legt Sven Gatz uit.

Deze fiscale maatregel heeft tal van voordelen. Dit unieke instrument dat de gemeente geboden wordt, zal ervoor zorgen dat zij haar onroerende fiscaliteit zo goed mogelijk en zo aangepast mogelijk aan haar noden en uitdagingen kan ontwikkelen. En vooral, de gedifferentieerde onroerende voorheffing opent de deur naar het schrappen van andere gemeentelijke taksen op het vlak van onroerend goed.

“Vereenvoudiging en aanpasbaarheid zijn de kernideeën waarop dit project gebaseerd is. Wij beogen hier de vereenvoudiging van het leven van de burgers dankzij de vermindering van het aantal taksen, en dus meer efficiëntie. De gedifferentieerde onroerende voorheffing is echter ook een kans die de gemeenten kunnen grijpen om dynamieken voor stadsopwaardering van bepaalde wijken aan te vullen”, aldus Bernard Clerfayt. 

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Nieuwe vorm van spreekrecht voor Brusselse burgers: recht op bemiddeling

Persbericht

Groen licht in de plenaire vergadering van het Brussels Parlement voor een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet. Het ontwerp, een initiatief van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, bevat nieuwe bepalingen met betrekking tot burgerparticipatie.

“Burgerparticipatie is een vorm van tweerichtingscommunicatie, via de sensibilisering en de raadpleging van de burgers, die meer betrokken wensen te worden bij politieke beslissingen, in het bijzonder op lokaal niveau. En dat is normaal, aangezien dat het bestuursniveau is dat het dichtst bij de burgers staat en waarmee ze de meeste contacten hebben”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Om de kloof tussen de burgers en de overheden te dichten en de burgerparticipatie te vergroten, heeft Bernard Clerfayt een nieuwe bepaling aan de Nieuwe Gemeentewet toegevoegd: het spreekrecht voor de burgers.

Het spreekrecht omvat het petitierecht en het interpellatierecht, maar bevat ook een nieuwe vorm van spreekrecht voor de burger, namelijk het recht op bemiddeling.

De gemeentelijke overheden kunnen immers, wanneer ze geïnterpelleerd worden, beslissen om bemiddeling te organiseren. Zij kan eveneens het initiatief zijn van de burgers, wanneer ze het nodig achten en overleg over een bepaald onderwerp willen plegen met de gemeente.

“Het recht op bemiddeling gaat verder dan enkel vragen stellen aan de gemeentelijke overheden. Het beoogt de zoektocht naar een oplossing, een compromis. En dus hebben de burgers een reële impact op de ontwikkeling van projecten in hun gemeente”, aldus Bernard Clerfayt.

Andere nieuwigheid: de gemeente zal op haar website de ontwerpen van beraadslaging, alsook een samenvatting van de gemeentelijke beslissingen, vóór iedere gemeenteraad moeten publiceren.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Humusatie verboden in Brussels Gewest

Actualiteit
L’humusation interdite en Région bruxelloise

In antwoord op een vraag in de Commissie Binnenlandse Zaken, heeft Bernard Clerfayt, de Brussels minister van Plaatselijke Besturen, bevestigd dat humusatie niet zal worden gebruikt in het Brussels Gewest en dat er wordt nagedacht over de ontwikkeling van andere milieuvriendelijke lijkbezorgingsmethoden.

Duidelijke wetenschappelijke conclusies

Hoewel in België slechts twee lijkbezorgingsmethodes zijn toegestaan – begraven en cremeren – voeren sommige mensen campagne voor de legalisatie van een andere praktijk: humusatie. 

Humusatie is een vorm van begrafenispraktijk waarbij het lichaam boven de grond op een bed van versnipperd materiaal wordt gelegd en bedekt met een identiek materiaal. 

Omdat het Waalse Gewest interesse heeft in deze praktijk als een nieuwe manier van begraven, gaf het de opdracht tot een wetenschappelijke studie aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UCL.

En de conclusies zijn duidelijk en tonen de inefficiëntie van het proces aan. Niet alleen worden de resten niet binnen de voorgeschreven tijd afgebroken, maar de methode kan ook leiden tot aanzienlijke nitraat- en ammoniakverontreiniging van de bodem. 

Alternatieven worden bestudeerd

"De betrouwbaarheid van het proces was een eerste vereiste voor elk wetgevend proces. De UCL-studie toont aan dat het momenteel niet mogelijk is om humusatie toe te laten in het Brussels Gewest. Burgers vragen echter groenere alternatieven. Daarom bestudeert een intergewestelijke werkgroep een aantal milieuvriendelijkere alternatieven voor crematie of verbranding, zoals aquamatie," zegt Bernard Clerfayt.

Geen humusatie in Brussels Gewest

Persbericht

In antwoord op een vraag in de Commissie Binnenlandse Zaken, heeft Bernard Clerfayt, de Brussels minister van Plaatselijke Besturen, bevestigd dat humusatie niet zal worden gebruikt in het Brussels Gewest en dat er wordt nagedacht over de ontwikkeling van andere milieuvriendelijke lijkbezorgingsmethoden.

Hoewel in België slechts twee lijkbezorgingsmethodes zijn toegestaan – begraven en cremeren – voeren sommige mensen campagne voor de legalisatie van een andere praktijk: humusatie.

Humusatie is een vorm van begrafenispraktijk waarbij het lichaam boven de grond op een bed van versnipperd materiaal wordt gelegd en bedekt met een identiek materiaal.

Omdat het Waalse Gewest interesse heeft in deze praktijk als een nieuwe manier van begraven, gaf het de opdracht tot een wetenschappelijke studie aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UCL.

En de conclusies zijn duidelijk en tonen de inefficiëntie van het proces aan. Niet alleen worden de resten niet binnen de voorgeschreven tijd afgebroken, maar de methode kan ook leiden tot aanzienlijke nitraat- en ammoniakverontreiniging van de bodem. 

"De betrouwbaarheid van het proces was een eerste vereiste voor elk wetgevend proces. De UCL-studie toont aan dat het momenteel niet mogelijk is om humusatie toe te laten in het Brussels Gewest. Burgers vragen echter groenere alternatieven. Daarom bestudeert een intergewestelijke werkgroep een aantal milieuvriendelijkere alternatieven voor begraven of verbranding, zoals aquamatie," zegt Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45